Micronit uit Enschede groeide over de jaren heen uit tot een wereldspeler op de markt voor microchips, in het specifiek ‘microfluidische chips’. Deze worden gebruikt in ziekenhuizen en laboratoria over de hele wereld, onder meer voor het uitvoeren van kankeronderzoek en, meer recentelijk, voor onderzoek naar COVID-19. Het bedrijf groeide uit van een start-up naar scale-up en CEO Ronny van ’t Oever leerde daarbij een belangrijke les: “Je kunt een prachtig medisch product hebben, maar je gaat pas echt successen boeken als je duidelijk voor ogen hebt wie precies je klant gaat zijn.”
-
-
-
-
Delen
Hoe werkt analyse met behulp van een microfluidische chip?
Om meer inzicht te krijgen in de werking van bijvoorbeeld een virus, wordt er een analyse uitgevoerd met behulp van een microfluidische chip. Hiervoor wordt bloed of slijm afgenomen bij een patiënt en na een chemische bewerking op een chip aangebracht. Vervolgens wordt de chip in een machine geplaatst. Deze kijkt onder meer naar het DNA en RNA van het virus. In de microfluïdische chips wordt de exacte volgorde van de bouwstenen van het DNA en RNA bepaald met behulp van een gevoelige microscoop. Dit proces wordt ook wel ‘sequencing’ genoemd. Zo krijg je meer te weten over de werking van een virus.
Hoe gaat het op dit moment met Micronit?
“Met ons gaat het goed, net als met de gehele medtechsector. We zijn behoorlijk geschaald afgelopen jaren. Wereldwijd is er een enorme vraag naar bedrijven die oplossingen kunnen bieden om mensen langer gezond te houden. Ook innovatieve technologieën spelen daarbij een rol. Zelf leveren wij geen eindproducten maar helpen we onze klanten om medische producten te ontwikkelen. We zijn betrokken in het op de markt brengen van steeds meer producten, gericht op DNA-analyse, medicijntoediening en meest recentelijk ook organ-on-a-chip. Dit is een soort microfluïdisch platform waarmee de fysiologische werking van organen wordt gesimuleerd. Micronit is bezig met partners in het nationale groeifondsprogramma NXTGEN HIGHTECH om dit naar de markt te brengen.”
Jouw les is: Bepaal van tevoren duidelijk voor wie je je product maakt. Kun je dat eens toelichten?
“Wat ik vaak zie is dat startende bedrijven een hele mooie technologische innovatie hebben maar dat ze vervolgens voornamelijk gefocust zijn op de techniek erachter. Terwijl het zeker net zo belangrijk is om jezelf de vraag te stellen: Wie gaat mijn product uiteindelijk gebruiken en in welke omstandigheden? Als je vanuit die gedachte te werk gaat, dan kan een medisch product er soms heel anders uit gaan zien dat je van tevoren in gedachten had.”
Hoe heb je deze les geleerd bij Micronit?
“Wij hebben opgemerkt dat er een trend gaande is in de medische wereld, namelijk dat medische innovaties steeds meer voor consumenten worden gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan hartslagmeters die in telefoons worden verwerkt. In de ontwerpfase moet je al rekening gaan houden met of een professional je product gaat gebruiken, of een consument. Neem bijvoorbeeld onze cartridges. Dit zijn producten die net als de coronatesten door patiënten zelf gebruikt kunnen worden. Hoe moeten die er precies uit gaan zien als klanten ze thuis gaan gebruiken? Wat zijn de omstandigheden waaronder ze moeten functioneren? We moeten ze dan robuust en eenvoudiger in gebruik maken. En wat gebeurt er met de houdbaarheid van de cartridges als klanten ze thuis een tijd lang op de plank laten liggen? Ook krijg je bij het maken van producten voor consumenten te maken met nieuwe regelgevingen. Veranderde wetgeving op het gebied van medische producten heeft recent de investering om een product naar de markt te mogen brengen flink verhoogd. Over dat soort aspecten kun je niet vroeg genoeg nadenken.”
Hoe profiteert Micronit van het MedTech-ecosysteem in Twente bij het ontwerpen en op de markt brengen van producten?
“Een van de voornaamste redenen waarom wij hier op Kennispark gevestigd zitten is omdat wij in de buurt van het talent willen zijn dat aanwezig is op de Universiteit Twente. We werken samen met de universiteit aan verschillende projecten, zoals aan onze organ-on-a-chip oplossing. Daarnaast merken we dat het gehele ecosysteem hier in Twente in een volgende fase terecht is gekomen. Partnerbedrijven halen financiering op en we zien steeds meer medtechproducten uit Twente op de markt verschijnen. Dat is mooi om te zien.”
Waar ben je tot nu toe het meest trots op?
“Dat wij echt iets kunnen betekenen in de zorg, door bijvoorbeeld bij te dragen aan een betere kankerbehandeling. En dat mensen uiteindelijk een gezonder leven kunnen leiden, mede dankzij onze technologische innovaties. Daar haal ik echt voldoening uit.”
Waar hoop je over tien jaar te staan?
“Onze droom is dat Micronit producten maakt voor miljoenen mensen en hen helpt om gezond te blijven of gezond te worden.”
Bron: Innovation Origins
